Schrijver Willem Bisseling wilde zijn haar terug!

Afspraak maken? Neem contact met ons op!
Het begon allemaal met een gesprek met mijn goede vriendin Isa Hoes. We hadden het over cosmetische chirurgie, en dat mannen daar veel minder snel toe geneigd zijn dan vrouwen, omdat mannen zich doorgaans niet zo druk maken om hun uiterlijk. Dat dacht zij. Toen ik zei dat ook veel mannen zich meten aan een schoonheidsideaal keek ze me verbaasd aan. Wat zou jij dan willen veranderen als het kon?’ Zonder twijfel antwoordde ik dat als ik de kans had, ik mijn haar zou laten transplanteren.  Lees ervaring

IK WIL HAAR TERUG

Het begon allemaal met een gesprek met mijn goede vriendin Isa Hoes. We hadden het over cosmetische chirurgie, en dat mannen daar veel minder snel toe geneigd zijn dan vrouwen, omdat mannen zich doorgaans niet zo druk maken om hun uiterlijk. Dat dacht zij. Toen ik zei dat ook veel mannen zich meten aan een schoonheidsideaal keek ze me verbaasd aan. ‘Wat zou jij dan willen veranderen als het kon?’ Zonder twijfel antwoordde ik dat als ik de kans had, ik mijn haar zou laten transplanteren. 
Tot dat moment had ik die wens nog nooit hardop uitgesproken. Maar nu ik het gezegd had, was er een zaadje geplant. Volgend jaar word ik veertig. Ik heb een fantastische verloofde en twee prachtige dochters. Afgelopen jaar verliet ik de stad met mijn gezin om in een kleiner dorpje onder de rook van Amsterdam te gaan wonen. Kortom: mijn wilde haren was ik wel kwijt. Letterlijk en figuurlijk. Er zijn de laatste vier jaar twee perioden geweest dat mijn haargrens zich sterker naar achter verplaatste: tijdens de zwangerschap van onze eerste dochter en tijdens de zwangerschap van de tweede. Of het nu aan de hormoonhuishouding lag of niet, de conclusie over mijn haarvraagstuk was duidelijk: beter zal het niet worden.
Isa koppelde mij aan Esteworld in IJsselstein: een kliniek die wereldwijd 65 kantoren heeft en haar hoofdvestiging in Istanboel. 

‘Ik denk dat ik een haartransplantatie wil,’ zeg ik tegen Ezra, mijn verloofde. Ze kijkt me vragend aan. ‘Ik zit nu al een jaar in Zoom en Teams meetings en word constant geconfronteerd met mijn eigen hoofd. Ik merk dat ik het irritant vind dat ik steeds kaler word.’ Ezra zegt dat ik het voor haar niet hoef te doen. Sterker nog, dat zij nog nooit met zo’n blik naar me gekeken heeft, maar dat als ik me daar goed bij voel altijd een keer kan kijken naar de mogelijkheden. Dus op een lenteachtige dinsdagmiddag rij ik naar IJsselstein waar ik een kennismakingsafspraak heb met Margo Sluijs van Esteworld. De kliniek ligt op een industrieterreintje, maar ziet er in tegenstelling tot de gebouwen eromheen strak uit. Binnen hangt een serene sfeer, zo een die je ook hebt als je een sauna ingaat. Margo, een enthousiaste en spontane veertiger, is consultante bij Esteworld Nederland. We nemen plaats in haar kantoor waar ik een kort college ‘haar en kaalheid’ krijg.
‘Zeven op de tien mannen krijgt in zijn leven te maken met kaalheid,’ zegt Margo. ‘Kaalheid is genetisch bepaald en gaat meestal via de familielijn van je moeder. Was de vader van je moeder kaal, dan is de kans groot dat jij het ook wordt.’ Ik denk aan mijn opa die al ruim twintig jaar dood is. Hij had best wat haar, maar voorop was het inderdaad behoorlijk uitgedund. 
‘Daarnaast spelen hormonen een grote rol in het kaal worden bij mannen,’ gaat Margo verder, ‘stress, vermoeidheid, ongezond leefgedrag. Het kan allemaal de kaalheid versnellen.’ Daarna vertelt Margo over het verschil in haarsoort die alle mannen hebben en vrouwen niet. ‘Mannen hebben twee typen haar: hoofdhaar en huidhaar. Huidhaar blijft voor altijd zitten. Denk aan plaatjes van oude monniken. Helemaal kaal, maar wel een krans rondom hun hoofd. Die krans van haar wordt de eeuwige krans genoemd. Die valt nooit uit. Maar daar waar je kaal wordt zit hoofdhaar. En dat zal, hoe ouder je wordt, steeds dunner worden en uitvallen.’
Ik had nooit bij de fysiologische aspecten van kaalheid stilgestaan. Ja, dat het vervelend was en dat veel mannen er moeite mee hebben, dat natuurlijk wel. En dat er een genetische link was ook wel, al kende ik genoeg uitzonderingen van vaders met een grote bos haar en zonen die zo kaal zijn als een ei. Nu ik weet hoe kaalheid ontstaat vraag ik haar hoe het met mijn kaalheid zit en of daar wat aan te doen is. Ik heb een volle bos haar midden en achter op mijn hoofd. Maar wat begon met inhammen in mijn studententijd, is uitgegroeid tot een vrij fors kaal gebied op mijn voorhoofd.
‘Jij wordt op de ideale manier kaal,’ zegt Margo. Een zin die zich op alle fronten lijkt tegen te spreken. ‘Kijk, jouw haargrens wijkt langzaam naar achter. Je bent nu 38. Tussen de 30 en 35 komt er rust in de hormoonhuishouding bij mannen en bereik je een voorlopige status quo voor de komende jaren. De grens zal nog wel iets wijken, maar dat gaat een stuk langzamer dan het de afgelopen jaren is gegaan.’
Allemaal interessant, maar ik zit er natuurlijk met een hoofdvraag (sorry voor de woordgrap): wat is er aan te doen? Margo nodigt me uit om voor een grote passpiegel te gaan zitten. Ze vraagt me te fronsen. Terwijl ik frons zegt ze: ‘zo zie je heel goed waar je haargrens ooit heeft gelopen.’ Ze wijst inderdaad een duidelijk zichtbare lijn aan. Dan tekent ze met een zwart potlood een nieuwe haarlijn op mijn hoofd. ‘Dit is wat we voor je kunnen doen.’ Nu pas dringt tot me door hoe kaal ik eigenlijk ben geworden.

REMBRANDT EN ZIJN LEERLINGEN
De lente is begonnen, maar in Istanboel is het koud. Het gezang van een imam die het avondgebed doet, schalt door luidsprekers als ik de vertrekhal uitloop. Een chauffeur van Esteworld brengt met naar het Crowne Plaza Hotel. ‘Ben je zenuwachtig,’ vraagt Ezra me over de app. ‘Nooit,’ app ik terug en ik wens haar welterusten.
Ik word om 8.30 uur opgehaald en naar de privékliniek gebracht. Het is een grote en moderne kliniek waar al meer dan 20 jaar allerhande aan (cosmetische) chirurgische ingrepen wordt verricht. Ik word ontvangen door een Nederlandse hostess met een Turkse achtergrond die voor de liefde naar Turkije is verhuisd. Zij zal mij vandaag en morgen begeleiden en loodst me door de operatie heen. Er wordt bloed afgenomen om me te testen op ziekten en omdat ik ervoor heb gekozen ook een ACELL-behandeling te laten doen. ‘Je hebt veel haar, maar wel fijn haar,’ zei Margo tijdens ons gesprek, ‘daarom is een ACELL-behandeling aan te raden. ACELL is een stamcelbehandeling. We vermengen de ACELL met jouw eigen bloedplasma en injecteren dat in de hoofdhuid, het haarzakje hersteld zich. Haarvaatjes verschrompelen naarmate je ouder wordt, waardoor je haar dunner en zwakker wordt. ACELL regenereert die haarvaatjes.’
Na de bloedafname word ik meegenomen naar de behandelend chirurg. Ik word hartelijk ontvangen in zijn kantoor en maak kennis met hem en zijn team. Dan word ik gevraagd plaats te nemen op een krukje. De chirurg gaat voor me staan en kijkt me aan alsof hij een portret van me gaat maken. Tegelijkertijd worden door twee van zijn teamleden met markers lijnen op mijn voorhoofd gezet. De chirurg geeft advies, verwijderd lijnen, vult ze weer aan. Het proces duurt twintig minuten. Er wordt heftig gediscussieerd tot hij en zijn team tevreden is. Het is alsof Rembrandt bezig is met een schilderij en zijn leerlingen de invulling doen.
Nu iedereen weet wat hem te doen staat en er foto’s zijn gemaakt van de ‘before’ word ik meegenomen naar de kapper. Het moment waar je even doorheen moet. De zorgvuldig opgebouwde haardos die ik nog had moet eraan geloven. Voor de operatie begint moet de schedel kaal zijn. 
Zonder haar word ik naar de behandelkamer gebracht. Omdat ze het hele hoofd met plaatselijke anesthesie moeten verdoven krijg ik een roesje. Ik heb het gevoel dat ik uren ben weggeweest als ik word gewekt. ‘Ben je er klaar voor?’ Ik antwoord bevestigend. En dan begint de operatie.

DRIE FASEN
Ik lig op de comfortabele behandelstoel in de behandelkamer, de mercedes onder de stoelen wordt er gezegd. Dr. chirurg zit achter me en begint de zogenaamde FUE haartransplantatie. Met een pen met daarin een vlijmscherp diamantje maakt hij minuscule sneetjes in mijn hoofd om de haarkanaaltjes te openen. Dat zijn de plekken waar de nieuwe haarzakjes in zullen worden getransplanteerd. Het is een precisieklus die bijna anderhalf uur duurt. Tegelijkertijd injecteert hij de kanaaltjes met het door eiwit versterkte bloedplasma.
Als hij klaar is vertelt hij dat hij 4.100 kanaaltjes heeft geopend. Dat betekent dat er 4.100 grafts – haarzakjes – moet worden verwijderd uit mijn donorgebied (de ‘eeuwige krans’) en dat die vervolgens moeten worden getransplanteerd. Stuk voor stuk. Het verschilt per graft en per haartype, maar er groeien tussen de 1 en 5 haren uit een graft. Afhankelijk van hoe sterk je donorgebied is, kunnen er tot wel 10.000 grafts worden weggehaald, zonder dat je dat later ziet.
Na de ingreep mag ik mijn benen even strekken. Ik ben stijf geworden van het liggen. En hoewel ik goed verdoofd ben, voelde ik op sommige punten licht hoe de incisies werden gezet. Het is inmiddels 10.30 uur en ik mag weer plaatsnemen op de behandeltafel. Deze keer mag ik op mijn zij liggen.
De tweede fase gaat in. Er moeten 4.100 grafts uit mijn donorgebied worden gehaald, zowel van de zijkanten als de achterkant. Met een soort appelboortje worden de grafts stuk voor stuk uitgeboord. ‘Elke graft is een diamantje dat moet worden gewonnen,’ zegt de chirurg, ‘ze mogen niet beschadigen, dus het gaat uiterst voorzichtig’. Voor mij voelt het eerder alsof er een bos wordt gekapt. Er staan misschien 100.000 bomen, maar het bos wordt uitgedund door er 4.100 met wortel en al uit de aarde te trekken. Ik krijg het gevoel dat ik op een tandartsstoel lig, behalve dat ik geen boortrillingen in mijn mond voel, maar in mijn hoofd. Als het gebied is uitgeboord worden de grafts er met een pincet met bosjes uitgetrokken. Een bloedig tafereel, aangezien het hele haarzakje naar buiten komt. Het klinkt alsof er grassprietjes uit mijn hoofd worden getrokken. En hoewel ik het niet voel, is het geluid onaangenaam. 
Ik heb een half uur op mijn zij gelegen en mag plaats nemen op mijn buik. Opnieuw begint het boren. Opnieuw begint het uittrekken van de grafts. Een uur later zijn ze op de helft. Nog anderhalf uur te gaan. Terwijl twee artsen van het team de grafts uittrekken, maken twee assistenten de grafts schoon en plaatsen deze in steriele bakjes.
Vanwege de narcose mocht ik ’s ochtends niet ontbijten. Het  is inmiddels 13.30 uur, ik heb honger en ik ben doodop. Af en toe grijpt dit hele proces me ineens naar de keel: waar ben ik in hemelsnaam aan begonnen? Het was misschien ook wel prima hoe het was? Ik mag dan wel verdoofd zijn, maar ik merk dat de sedatie op verschillende plekken begint uit te werken. Tegelijk heb ik enorme hoofdpijn, alsof er iemand urenlang in heeft zitten snijden. Wat ook is gebeurd. Gelukkig mag ik even lunchen en bijkomen. ‘Drink maar veel water,’ zegt de Nederlandse hostess, ‘dat is goed tegen mogelijke zwellingen.’ Daar had ik nog geen rekening mee gehouden, dat het hoofd kan gaan zwellen door de ingreep.
Ik ben bijgekomen van de lunch. Het is tijd voor de derde en laatste fase: het plaatsen van de grafts. Deze keer weer op mijn rug. Om mij heen hebben zich drie mensen van het team verzameld. Zij zullen de grafts stuk voor stuk in de open kanaaltjes plaatsen. Mijn hoofd is een mozaïek en de assistenten gaan de komende vier uur de steentjes leggen. Omdat de verdoving aan de voorkant in mijn hoofd is uitgewerkt wordt een zevental pijnlijke prikken gezet. Zelfs daarna voel ik op sommige plekken hoe de kleine grafts in mijn huis worden gestopt. Het is niet anders. Wie mooi wil zijn moet pijn lijden. 

Het is 19.15 uur. Mijn onderrug doet pijn van het lange liggen, mijn hoofd trekt aan alle kanten en ik ben misselijk. Ik krijg een infuus met antibiotica en pijnstilling. De chirurg komt de kamer binnen om alles te controleren. ‘Het ziet er fantastisch uit,’ zegt hij, ‘nog 150 grafts en je bent klaar.’ 150 van de 4.100, dat klink als niet veel. Maar toch. Ik heb in mijn leven veel halve marathons gerend. De eerste 17 kilometer gingen altijd prima, de volgende drie waren pittig, de laatste was elke keer slopend. Dat geldt hier ook. Ik kan niet meer en ben geradbraakt. Om 19.30 uur zit het erop. Mijn hoofd, dat tijdens de behandeling meerdere keren met steriel water is gereinigd, wordt nog een keer goed gewassen. Vervolgens wordt mijn achterhoofd ingesmeerd met een hydraterende en genezende gel en ingezwachteld met verband. Het zit erop voor vandaag. Ik mag naar mijn hotel.

Ik strompel letterlijk mijn hotelkamer in. In tijden heb ik me niet zo moe en aangedaan gevoeld als nu. Dat zegt wat over een vader van een acht maanden oude baby. Ik open mijn laptop en facetime met Ezra en mijn dochters. Ik ben nog geen twee minuten met ze aan het praten of ik merk dat ik een brok in mijn keel krijg. Ineens stromen de tranen over mijn wangen. Van vermoeidheid, van ze missen, van opluchting dat ik dit gedaan heb. ‘Misschien heb je het toch een beetje onderschat?’ Ezra heeft als altijd gelijk. Ik ben een optimist, zie niet snel dat iets teveel of te heftig is. Ik ben het type ‘ah joh, dat zal wel meevallen’. Nu had ik niet verwacht dat zomaar een ingreepje zou zijn, maar dat het zo’n intense operatie was: dat had ik inderdaad niet zien aankomen.
Ik zeg Ezra dat ik zo ga slapen. Maar eerst wil ik mijn voorhoofd en slapen nog koelen. Van de kliniek heb ik een cool pack meegekregen dat ik elk uur gedurende een kwartier tegen mijn hoofd moet houden. Dat helpt de zwelling te verminderen. Verder heb ik pijnstillers, antibiotica, vochtafdrijvers, wondspray en een vliegtuigkussen meegekregen. De laatste om mijn hoofdwond te beschermen tijdens het slapen. Iets wat ik de komende 9 dagen op mijn rug moet doen.

NAAR HUIS
Hoewel ik de hele nacht op mijn rug heb moeten slapen heb ik een aardige nacht gehad. De imam die ik op mijn de dag van mijn aankomst door de minaretten hoorde schallen, wekte me met zijn gebed bij zonsopkomst. Ik voel me goed. De zon schijnt en Istanboel ontwaakt langzaam in een dag die belooft zonnig te worden.
Ik word opgehaald voor de nazorg. De assistent van mijn chirurg verwijdert het verband om mijn hoofd en inspecteert en reinigt de wonden. Zowel de plekken waar de grafts zijn verwijderd als waar ze geplaatst zijn. Ineens dringt het besef bij me naar binnen dat ik 8.200 gaten in mijn hoofd heb. Mijn voorhoofd en slapen zijn licht gezwollen, maar alles ziet er naar omstandigheden keurig uit. Ik mag naar huis, nadat ik eerst een waslijst aan instructies heb meegekregen die ik de komende negen dagen zal moeten uitvoeren. Op de negende dag mag ik mijn hoofd wassen. Daarna begint het groeiproces. Maar niet voordat de haren nieuwe haren eerst zijn uitgevallen.
Ezra en de meisje wachten me op. Ik ben blij dat ik thuis ben. Als we ’s avonds in bed liggen zegt Ezra: ‘ik vind het echt knap dat je het hebt gedaan. Al weet je dat je het van mij niet had hoeven doen.’ ‘Dat weet ik,’ zeg ik, ‘ik heb het voornamelijk voor mezelf gedaan. En voor haar natuurlijk.’

Ervaring
Type ervaring
Eindresultaat, Bekende personen
Land van afkomst
Nederland
Leeftijd
35 tot 45 jaar
Geslacht
Man
Type behandeling
Haartransplantatie en Acell
Grafts
3000 tot 3500 grafts
Bekend van
Schrijver, literair agent
Onze professionals
Ervaringen
Al ruim 4000 personen gingen u voor
Aangesloten bij diverse keurmerken
Verantwoord en kwalitatief
Keurmerk Keurmerk Keurmerk Keurmerk Keurmerk Keurmerk Keurmerk